Collectie Gelderland

De turbulente geschiedenis van een doopvont

CODA Museum in Apeldoorn heeft een middeleeuws doopvont in haar bezit. Op zichzelf niets bijzonders, maar toch is de geschiedenis van dit doopvont wel degelijk bijzonder: het vont heeft namelijk zoveel te verduren gehad dat het een wonder mag heten dat het er nog is.

Zijn geschiedenis begon in de twaalfde eeuw, in het enige kerkje dat Apeldoorn toen rijk was. Boven dit massieve doopvont lieten de Middeleeuwse Apeldoorners zichzelf en hun kinderen dopen. Drie eeuwen later, tijdens de Reformatie, werd het doopvont buiten de kerk geplaatst. Het vont werd in die tijd waarschijnlijk gebruikt als katheder, wat te zien is aan de afgesleten rand aan één kant van het doopvont. Vanaf die plaats deed de koster zijn mededelingen. Nog later werd het doopvont onderdeel van de marktplaats. De groeven in de rand zijn waarschijnlijk veroorzaakt door marktlieden die hun messen wetten op de rand. Naast de enkele jaren geleden ontdekte fundamenten, is deze doopvont het enige overblijfsel van die oudste kerk van Apeldoorn. Op de fundamenten van dit kerkje werd, ook nog in de Middeleeuwen, de Maria- of Oude Kerk gebouwd. Deze bepaalde eeuwenlang het gezicht van de stad.

Verhalen over personen en onderwerpen uit Gelderland