Collectie Gelderland

Schilderij, olieverf op doek, met een allegorische voorstelling van Temperantia, de Matigheid, vervaardigd door W. van Kessel te Tiel, 1695-1727

Schilderij van een vrouw, het hoofd gewend naar links, staande in een halfcirkelvormige, verdiepte, grijze nis. De flauw gewelfde boog wordt gevormd door bloemkelk ornamenten welke in het midden aansluiten op een voluutvormig sluitstuk. In de opgeheven rechterhand houdt zij een zweep; om de linker, welke losjes in de zijde is gezet, hangt haar attribuut, de breidel (een breidel is een toom, hij wordt gebruikt om iets in toom te houden, onder contrôle te houden). Zij is gekleed in een geel gewaad. Een rode mantel met blauwe voering wordt op de borst door een juweel van gele kleur gesloten. In het blonde haar draagt zij een blauwe krans. Witte sandalen schoeien de voeten. De rechtervoet rust op de grond, de linker op de hals van een krijgsman, blootsvoets, in het rood gekleed met borstharnas en helm, voorover liggende over twee honden, met de handen op hun koppen. (Het is niet met volkomen zekerheid te zeggen of beide dieren honden voorstellen. Indien dit het geval is, zou de interpretatie deze zijn, dat Temperantia de oorlog en het Burgerlijk oproer (Seditione Civile) bedwingt).