Collectie Gelderland

Nationaal Orgelmuseum

In 1977 richtte Maarten Seijbel, destijds hoofdorganist van de Grote- of Sint Nicolaaskerk te Elburg, het Nationaal Orgelmuseum op. Het is nog steeds het enige museum in Nederland dat geheel gewijd is aan de geschiedenis van het Nederlandse pijporgel. Het museum wil de kennis over het Nederlandse pijporgel als nationaal erfgoed behouden en uitdragen. Het orgel is een van de oudste muziekinstrumenten van Europa en Nederland heeft in de loop der eeuwen een hele belangrijke rol gespeeld in het perfectioneren van de bouw van orgels. Nog steeds is het Nederlandse pijporgel een belangrijk exportproduct, tot aan Japan en Zuid-Korea toe.

Over de collectie
Het museum beschikt over een grote en unieke collectie bespeelbare orgels, van kabinetorgels uit de achttiende eeuw tot het Boon-Leeflangorgel uit de jaren 1950-1980 met een zeer bijzondere orgelkas. De rondgang begint in de overwelfde kelders van het museum, waar een orgelwerkplaats is ingericht met een schat aan historisch gereedschap. In de verdere presentatie volgt de bezoeker de ontwikkeling van het orgel door de eeuwen heen. Hoe klonk een orgel rond 1500, en hoe klinkt het nu? Welke orgelbouwers heeft Nederland voortgebracht en hoe vernieuwend waren zij? Eén zaal is speciaal gewijd aan de Amsterdamse organist Jan Pieterszoon Sweelinck (1562-1621); hij was de belangrijkste componist die Nederland heeft voortgebracht. Van andere organisten zijn in het museum bijzondere egodocumenten te vinden, zoals handgeschreven composities, of het studieharmonium van de bekende organist Cor Kee. Op de binnenplaats van het museum is de voormalige stadsgevangenis omgebouwd tot concertzaal, om het enorme Boon-Leeflangorgel te herbergen. Op dit orgel worden zeer regelmatig concerten gegeven.

Het museumgebouw
Het gebouw waarin het museum is gevestigd is het zogenaamde Arent thoe Boecophuis. Het werd in 1393-1396 gebouwd als stadskasteel voor de hertog van Gelre. Die woonde er zelf nooit; hij schonk het bij de oplevering aan zijn rentmeester Arent thoe Boecop, die ook het bijzondere (en in Nederland unieke) stratenpatroon van Elburg had ontworpen. Arent thoe Boecop overleed drie jaar later, waarna zijn zoon het pand in 1400 aan de stad Elburg verkocht. Tot 1954 was het in gebruik als stadhuis. In de loop der eeuwen is het gebouw fors verbouwd en uitgebreid, maar toch zijn nog veel elementen uit de Middeleeuwen in het pand aanwezig, zoals gewelven balkenplafonds, schouwen en tegelvloeren. Op de binnenplaats van het museum zijn restanten van de oude stadsgevangenis te zien: in de originele celdeuren zitten nog steeds de doorgeefluikjes en inscripties van gevangenen uit vroeger eeuwen.

https://www.nationaalorgelmuseum.nl/

Aangesloten organisaties