Bavelaar met herberg en poppenkastvoorstelling, Cornelis Bavelaar de Jonge (toegeschreven), 1795–1831

Deze bavelaar bestaat uit een houten kastje met daarin een dorpsherberg en poppenkastvoorstelling. De achtergrond van de kast is beplakt met effen donkerblauw papier. De voorstelling is gemaakt van hout en papier. Rechts staat een gebouw met een zadeldak met stro. De maker heeft een dorpsherberg verbeeld. Een vrouw leunt op de rand van de onderdeur en kijkt naar het gezelschap aan de lange tafel. De gasten zitten op tonnen. Aan de rechterzijde zitten twee mannen. Links zitten twee vrouwen en aan het linker uiteinde van de tafel staat een man. Op tafel staat een karaf. Links van de herberg is een overkapte omheining. Ervoor staat een lange bank. De linkerhelft van de kijkkast draait om een poppenkastvoorstelling. In een eenvoudige hoge kast is te zien hoe een man met een puntige muts met een stok in zijn handen achter een andere figuur aanloopt, die weg lijkt te rennen. De maker van deze bavelaar zal een voorstelling over de komische domoor Jan Klaassen hebben verbeeld. Rond de poppenkast staat het publiek, bestaande uit twee mannen, twee vrouwen, een meisje en een jongen en een klein kind dat bij een vrouw op de arm zit. Vlak bij de boom in het midden staat een vrouw met haar rug naar de poppenkast. Zij reikt met haar rechterarm naar een man met een lange paal over zijn schouder. Hier is de vrouw van de poppenspeler te zien, die rondgaat om geld op te halen. Bavelaars waren geliefde souvenirs voor toeristen, maar ook onder stadgenoten waren ze populair. Voor een bedrag tussen 8 en 12 gulden kochten mensen een dergelijk kunstwerkje.