Collectie Gelderland

Twee Zeeuwse meisjes bezig met het strijken van een kanten muts, 1935

Olieverfschilderij van twee Zeeuwse meisjes bezig met het strijken van een muts. De muts hoort bij de rooms-katholieke dracht van Zuid-Beveland. Het voorste meisje legt de laatste hand aan de pasgewassen muts. Na het stijven is deze in vochtige toestand gestreken zodra de stijfsel er goed ingetrokken is. Vervolgens is de bol ingevouwen en geplooid. De muts op het schilderij is al helemaal opgemaakt. Het kan zijn dat het meisje de vlakke delen nog even bijwerkt. Beide meisjes gebruiken een hoog koperen strijkijzer. Binnenin verwarmen gloeiende kooltjes de zool van het apparaat. Dit kan riskant zijn. Als ze met de kooltjes morsen, is het strijkgoed zwart.