Travers (Head to the wall)

Het werk van Jo Baer wordt vanaf de jaren zestig tot de minimal art gerekend. In 1980 wendt ze zich hier echter vanaf en gaat figuratief werk over maatschappelijke thema's maken. Gefragmenteerde beelden verwijzen naar de prehistorie, mythologie, oorlog, seksualiteit en de dood, waarbij ze beelden uit de prehistorie verbindt met hedendaagse beelden. Baer noemt haar kunst “radicale figuratie”, waarbij het woord ‘radicaal’ is afgeleid van het Latijnse woord ‘radix’, dat oorsprong betekent. Dieren en planten komen vaak terug in haar werk – zo ook in het werk 'Travers (Head to the wall)'. Inspiratiebron hiervoor zijn naast grottekeningen, de Griekse friezen en plantenmotieven van Etruskische graven.