Collectie Gelderland

Brief van Antoon Jeuken aan verloofde, 30 juli 1944

<p>Brief van Antoon Jeuken aan verloofde Tiny Middendorp, 30 juli 1944 geschreven in Bergen te Limburg, Antoon Jeuken (12 januari 1916 geboren te Nijmegen) was dienstplichtig soldaat in het 17e Regiment Infanterie en was vanaf 27 augustus 1939 tot de capitulatie gemobiliseerd. Tijdens zijn mobilisatie schreef hij brieven aan zijn familie. Na de capitulatie was hij werkzaam als onderwijzer. 20 juni 1943 verloofde hij zich met Tiny Middendorp. 10 juli 1943 werden oud-gemobiliseerden opgeroepen voor krijgsgevangenschap en door Antoon Jeuken onder. In die tijd schreef hij 2 brieven die zogenaamd uit Duitsland kwamen om mensen te overtuigen dat hij in krijgsgevangenschap was gegaan. In december 1943 wist hij zo in Bergen legaal benoemd te worden tot distributieambtenaar. In die tijd schreef hij vele brieven aan zijn verloofde. In augustus 1944 door hij opnieuw onder, deze maal in Castenray onder de valse naam Piet Jansen. Vanuit hier kwam hij in contact met Amerikanen bij de luchtlandingen te Son en 24 augustus 1944 trad hij in dienst bij de Stoottroepen reg nr 0100037. 26 juli 1945 huwde hij Tiny Middendorp en 5 augustus 1945 ontving hij eervol ontslag uit de Stoottroepen op eigen verzoek. Inhoud Zondag, 30-7- 1944 M’n allerliefste Tineke, Gisterenavond mocht ik jouw brief in hartelijke dank ontvangen. Toevallig dat ik nog even bij de post moest zijn, die me jouw brief gaf. Natuurlijk nog vlug gelezen voor ik thuis was. En nu moet ik hem vast beantwoorden, want veel tijd om te schrijven heb ik niet meer. Ik zal je vóór ik ga, vanuit Bergen nog een brief schrijven via Freek, met nog wat spulletjes er in die jij zo lang bewaren kunt voor me. Ik zal trachten er 200 series punten bij in te doen. Ze worden door de distributiediensten verstrekt bij 70 tegelijk voor huwelijk. Nu kun je ze in stukken van 70 punten scheuren. Stel nu voor dat je er meer dan 70 nodig hebt in een zaak, dan neem je er hoogstens 140 mee, die 70 andere heb je van een vriendin gekregen, die alles al had. Je mag ze niet eerder besteden, dan Woensdag in je vakantie, krijg je vóór die tijd een telegram, dan stuur je ze onmiddellijk per aangetekende brief terug. Dan gaat ’t niet door. Krijg je geen telegram, dan koop je in Groningen wat je nodig hebt aan serviesgoed en de punten, die je niet nodig hebt geef je aan Moeder of aan een van je schoonzusjes. Ik denk echter, dat ze thuis ook nog het een of ander nodig zullen hebben. Als v/d Linden geld nodig heeft, dan laat je het door vader maar gireren op zijn rekening of een cheque schrijven. Echter niet zonder rekening van hem. Aangaande je tweede vakantieweek, zou ik als ik jou was, nog geen vaste plannen maken, tenminste als je mij zou willen treffen. Veel corresponderen kunnen we niet en in de eerste drie of vier weken helemaal niet. Ik vind ’t ook erg beroerd lieveling, maar troost je - ’t is slechts voor korte tijd; de oorlog is spoedig afgelopen. Voor nu begint weer een nieuwe fase; niet geheel zonder gevaar, doch gesteund door jouw gebed en dat van thuis, redden we ’t wel. Je kent mijn principes als Christen en Vaderlander, en volgens die principes zal ik moeten blijven leven. Geen mens, die me ervan weerhouden kan of mag. Mijn kinderen zullen mij later niet ter verantwoording behoeven te roepen of mij kunnen verwijten, dat ik niets gedaan heb of geleden heb - dat ik maar de kantjes eraf gelopen heb - zij zullen trots moeten kunnen zijn op hun vader en moeder, evenals wij trots kunnen zijn op onze Ouders die in een tijd van verwording hun Christenplicht waarnamen ondanks het gelach en gehuil der omgeving. Ieder mens zal leven in de tijd waarin hij leeft en zal z’n weg moeten banen , door een oerwoud van valstrikken en kuilen om zo eenmaal in de hemel te komen. De tijd waarin we nu leven is niet een tijd, waarin het alleen gaat om nationale eer of groepsbelang, maar het is een strijd om de hoogste belangen in de mens: zijn geloof en gewetensvrijheid. ’t Is niet een oorlog van kanonnen alleen, maar een oorlog om dogma’s. De kanonnen moeten het werk er voor doen, doch winnen het onze kanonnen alleen, dan zijn we nog verloren. De geest moeten we erin houden bij de vele honderdduizenden jongeren, die weg zijn en die de komende maanden gaan moeten. Hand in hand moeten wij gaan, ieder naar zijn vermogen medewerkend, zonder omzien naar wat was, maar de blik vooruit gericht, naar wat het worden moet. Ik weet wel, lieveling, dat het voor jou moeilijk is, maar geloof me, kind, voor mij is het offer ook zwaar. Vrijwillig moet ik me geven en een hoeveelheid schoons uitstellen, m’n koers wijzigen - het is echter m’n plicht. Later verneem je meer. ’t Is slechts een kort afscheid, en dan zijn we voor goed bij elkaar. Voor onbezonnenheid zal ik me weren. Wat je schrijft omtrent boze bui etc., dat ben ik al lang vergeten, dus vergeven was ’t al direct. Ik vergeef je alles, dat weet je wel vrouwke. Omgekeerd echter doe ik een beroep op jou om alles, alles, alles waarmee ik je ooit beledigd of pijn gedaan hebt te vergeven en ik weet ook, dat dat gebeurd is. Laten we ons sterken voor de toekomst door ’t gebed, opdat wij zo spoedig God ’t toelaat, voor altijd zullen verenigd zijn, twee in een vlees, voor onze kinderen en onze eigen zaligheid Mijn allerliefst Tineke, tot spoedig. Kop hoog - en evenals vroeger ten tijde der kruistochten, wees trots op datgene, wat ik doen mag en stel er een eer in mijn sterke vrouw te zijn. Heel veel liefs, hart kussen en innige omhelzing van mij Je innig liefh. verloofde Antoon. N.B. Ik heb Gerard mijn boekentas met schoenen meegegeven. Onder in de tas zat een zakje. Dit moeten ze thuis sturen naar L,. Koppes, Soetendaal, Vierlingsbeek. (Zo spoedig mogelijk). - Houd, als je kunt, enig contact met Stientje. Ze komt je eind augustus wel eens opzoeken. En anders zoek je haar op. Adres: St. J.(koster) Grotestraat.. </p>