Bavelaar met een open kolfbaan met zes mannen en een vrouw, Cornelis Bavelaar de Oude (toegeschreven), 1795–1830

Deze bavelaar bestaat uit een vurenhouten kastje met daarin een open kolfbaan in een landelijke omgeving. Het tafereel is samengesteld uit dunne plaatjes hout en een aantal uit hout gesneden driedimensionale figuren. Links staan een eenvoudig huis met een zadeldak en een boom. Een vrouw staat bij de voordeur. Een hoge schutting vormt het decor voor de open kolfbaan waar zes mannen verzameld zijn. Links staat een man met een lange mantel en een hoed. Linksachter zit een man met vooruitgestrekte linkerarm. Binnen de houten omheining van de kolfbaan staat een man met zijn kliek, klaar om de bal tegen een van de twee rechtopstaande palen te slaan. Vlak buiten de kolfbaan staat zijn tegenstander met de kliek in de hand. Rechts zit een man op een stoel en de zesde man staat voorovergeleund over de omheining. Hij heeft een sigaar in zijn mond. Op de voorgrond aan de lange zijde van de baan staat een houten bankje met daarop een karaf en een beker. Ernaast zit een hond. Rechtsachter staat een kast, waarin mogelijk alle spelbenodigdheden worden bewaard. Achter de schutting zijn enkele bomen te zien. De achtergrond van de bavelaar is effen donkerblauw. Deze miniatuurvoorstelling werd gemaakt in het atelier van de Leidse familie Bavelaar. Waarschijnlijk is deze bavelaar gemaakt door timmermansknecht en kunstwerker Cornelis Bavelaar de Jonge (1777-1831) of zijn zoon Joannes Franciscus Bavelaar (1804-1833).