Oorijzer met gouden krullen, Schouwen, 1891

Oorijzer, bestaande uit een zilveren beugel en twee gouden krullen, gedragen door een vrouw in streekdracht van Schouwen-Duiveland. Op Schouwen-Duiveland droegen de vrouwen relatief kleine krullen aan het oorijzer. De afwerking met een knopje op het uiteinde was niet standaard. De krullen zijn nog vrij recht; jongere krullen van Schouwen-Duiveland zijn meer konisch van vorm. In de aanzet van de krullen zitten vier gaatjes. Door deze gaatjes kunnen spelden worden gestoken om het oorijzer en de muts aan elkaar vast te maken. In de zilveren beugel staan de jaarletter van 1891 en het meesterteken van Evert Schotman uit Dordrecht. In de gouden krullen staat een gehaltemerkje voor goud en een meesterteken van Schotman, dat afwijkt van het meesterteken in de beugel.