Zwart satijnen schouderdoek voor een vrouw of ouder meisje, gedragen bij kerkdracht tijdens zware rouw, Staphorst, circa 1925-1940
Schouderdoek van zwart katoenen satijn, gedragen door een vrouw of ouder meisje in streekdracht uit Staphorst of Rouveen. Schouderdoeken van effen zwarte satijn met aan vier zijden een ingeweven rand worden tijdens de zware rouw op zondag naar de kerk gedragen. Daarnaast worden ze gedragen naar een begrafenis door de vrouwen die niet tot de naaste verwanten behoren. Tijdens het dragen wordt de schouderdoek diagonaal gevouwen en geplooid. Aan de punt die middenachter op de kraplap werd vastgestoken is een dubbelgenomen stukje zwart satijnen lint genaaid. Hierop kon de speld worden gestoken. De doek is aan twee zijden met de hand gezoomd en heeft aan twee zijden een zelfkant. Aanvankelijk waren de zwarte schouderdoeken van zwarte zijde. Daarom heet een dergelijke doek in het spraakgebruik nog steeds 'zwarte zieden doek'.