Interieur met personen in Friese dracht

Beide mutsen op dit ongesigneerde schilderij komen in Friesland omstreeks 1800 naast elkaar voor. De grote luifelmuts is de zogenaamde ‘Duitse muts’ in de eindfase. Oorspronkelijk was dat een klein, algemeen in Nederland gedragen mutsje. In de achttiende eeuw groeit dit oorijzermutsje in Friesland uit tot een kostbaar bezit. De steeds breder wordende kantstrook krijgt een doorsnede van wel 50 centimeter. Zo’n enorme kanten luifel is alleen betaalbaar voor de elite. Een gouden of zilveren frame, verbonden aan het oorijzer, dient ter ondersteuning. Ook in Groningen en Noord-Holland komt deze Duitse muts voor. Omstreeks 1800 komt daarnaast de andere muts met korte sluier in de mode. Deze zogenaamde floddermuts bepaalt het beeld van het Friese kostuum in de negentiende eeuw. Het afgebeelde kind heeft een valhoed op.