Collectie Gelderland

Zwaantje Schefer met spoormandje, 1855–1885

Zwaantje Schefer (1835-1906) is afgebeeld in het kostuum dat omstreeks 1900 in Deventer en omstreken gedragen werd. De cornetmuts kwam op veel plaatsen voor, maar elke streek kende een eigen variant. De voorstrook van deze muts eindigt laag op de wangen. De achterstrook valt in losse plooien over de schouders en loopt door tot onder de kin. Om de schouders heeft Zwaantje een kasjmier sjaal geslagen. Tussen 1830 en 1870 waren deze enorme sjaals, ook wel palmdoeken of worteldoeken genoemd, in de mode. Parijs was daarin toonaangevend geweest. Ze vervingen de mantel die bij de omvangrijke rokken uit die tijd onpraktisch was. Bij sommige streekdrachten werd naast andere wollen omslagdoeken ook de worteldoek gedragen, meestal van kleiner formaat. Deze bleef tot eind negentiende/begin twintigste eeuw in gebruik.