Hemmooremmer van brons uit de midden Romeinse tijd

Hemmoor-emmer van brons (messing) met een ronde bodem en rechte rand. De rechte rand heeft een naar binnen gevouwen driehoekige lip die recht is aan de bovenzijde. De twee driehoekig gevormde oren zijn in een stuk met de emmer gegoten. In het midden van elk oor is een gat aangebracht waardoor het hengsel is bevestigd. Het hengsel is zwaar, met een ronde doorsnede en een overdwars geribbeld. Langs de rand van de emmer is rondom een fries aangebracht dat boven en onder met verschillende banden is afgezet: respectievelijk met een eierlijst en een band van horizontale ovaaltjes afgewisseld met ruiten. De banden hebben aan weerszijden een parelrand. Helemaal onderaan is er een extra ribbelrand. Het fries zelf laat in reliëf verschillende jachtscènes zien: jagers en honden die een haas in een net jagen, een jager met honden en een hert, jagers met honden en een zwijn, jager met een steenbok, en een hinde. De scènes worden van elkaar gescheiden door een boom. In het fries zijn er hier en daar nog resten van zilverinleg. De voet van de emmer is gereconstrueerd op basis van vergelijkbare Hemmooremmers. De emmer is van Provinciaal Romeinse makelij (Gallia Belgica of Rijngebied). Mogelijk gevonden in Nijmegen bij de Nieuwe Haven onder een laag Romeins afval uit Ulpia Noviomagus. Dergelijke emmers dateren uit de tweede helft van de 2e eeuw tot in de 3e eeuw.