schandbal van hout en ijzer, 16e eeuw
Twee ronde houten ballen, vermoedelijk vroeger lichtrood of bruin geverfd aan een ijzeren ketting. Dit voorwerp is gebruikt om ontuchtige vrouwen, maar ook wel mannen om de hals te hangen, als zij aan de 'kaak' of 'schandpaal' werden gezet. De kaak was geplaatst voor het gerechtsgebouw, het tegenwoordige restaurant 't Olde Regthuus' op de hoek van de Beekstraat en de Jufferenstraat aan de noordzijde van Elburg. De ketting werd iemand over het hoofd gedaan, zodat de zware houten ballen voor de borst hingen. Het publiek mocht aldus te kijk gezette personen vrij bespotten. Elburg kende vanaf het verkrijgen van de stadsrechten in de dertiende eeuw tot het einde van de achttiende eeuw een eigen rechtspraak. Tot de strafwerktuigen behoorden onder meer deze schandballen en de schandbank, die beiden in het museum te zien zijn. Deze werktuigen werden gebruikt bij eerstraffen: straffen die werden opgelegd aan iemand die zich eerloos gedragen had. Voor de vrouw was haar eer vooral afhankelijk van haar seksuele reputatie: het kwijt raken van de maagdelijkheid van een ongehuwde vrouw bracht verlies van eer met zich mee. Door alsnog een huwelijk te sluiten kon een niet-maagdelijke vrouw weer ‘tot ere worden gebracht’. In 1723 werd Aartje Beens veroordeeld tot het dragen van de schandballen. Ze had twee ‘onegte’ kinderen gekregen en werd door meester Henrik ‘met de schandsteene om de hals’ uit de stad Elburg gejaagd.