meidenkast van naaldhout met twee deuren, afkomstig uit boerderij Goilberdingen, vervaardigd tussen 1830 en 1850

De kast vormt een geheel en bevat van boven naar beneden een vooruitspringende lade, geschoord door twee consoles, en daaronder twee deuren met daarachter drie legplanken. De lade is rondom koud gespijkerd. De deuren bestaan ieder uit twee verticale planken, aan de achterzijde bijeengehouden door twee opgespijkerde klampen. De achterwand bevat 11 hergebruikte verticale planken van diverse breedten, vergaard met messing en groef en op de zijden gespijkerd. De achterwand is met kranten beplakt geweest. Bolschaafsporen op de meeste uit het zicht gelegen oppervlakken. Windhoutzaagmolensporen op de ruw gelaten onderzijde. Voorzien van besmede spijkers. Beslag: Latoen koperen sleutelentree en twee knoppen, de laatste met een schroef en vierkante bout door het front bevestigd en op het ladefront en een classicistisch sleutelentree op de deur. In de rechter deur en de lade steekt een inlatend slootgrendelslot met vierkante dekplaat en een kleine, uit het midden staande schoot. De kast toont zijn oorspronkelijke mahoniehout-imitatie waarbij de deuren een bloemmahonie patroon dragen. De achterpoten, steunlatten aan de onderzijde en een plint onder achterlangs zijn 20ste-eeuws. Recente schuifgrendels op beide deuren. Op de binnenzijde van de deuren staan met witkrijt en potlood vele teksten. Ten eerste staan er een drie reeksen turfstreepjes, van resp. 9, 12 en 24. Ten tweede staan er getallen in Arabisch en Romeins schrift. Ten derde staan er optellingen en tenslotte staan er vele namen op geschreven zoals Gerrit Werkhoven en Geertruida van Sterkenburg. Deze linnenkast is uniek in zijn soort omdat de herkomst en de gebruikers bekend zijn, omdat de kast een vroeg voorbeeld is en zijn oorspronkelijke beslag en beschildering nog draagt.