linnenkast van geel geschilderd vurenhout, voorzien van twee deuren, afkomstig uit het Elisabeth Weeshuis, vervaardigd in het derde kwart van de 19e eeuw
De kast bestaat uit een losse kap en voet, met daartussen een achterwand, twee zijden en twee deuren. De deuren zijn opgebouwd uit een dubbel raamwerk, aan de dagkant geschulpt en op de hoeken vergaard met doorgestoken pen- en gatverbindingen. Daarin steken panelen, bestaande uit drie verticale met messing en groef vergaard planken. De panelen vallen via de achterzijde in een sponning en zijn vastgezet met kwartronde profiellatten. De kast rust voor op drie en achter op twee bolpoten. De deuren draaien elk op drie knieren. In de rechter deur steekt een inlatend schootgrendelslot met rechthoekige dekplaat en centraal geplaatste dikke schoot. De zijden zijn aan kap en voet bevestigd met bouten en gekrulde vleugelmoeren. De linker deur heeft aan de binnenzijde twee lange schuifgrendels. De kast draagt zijn originele beschildering, bestaande uit een krijtgrondering en een okergele eikenhout-imitatie. Op de zijden en de stijlen is deze met een klopkwast bewerkt, op de panelen zijn afwisselend een dosse en kwartierse houtnerf geïmiteerd. De geschulpte dagkanten zijn met zwart geaccentueerd. Geen eerdere restauraties. Het gebruik van draadnagels dateert de kast na 1860.