Zonder titel (zelfportret), nr. 128
Philip Akkerman schildert en tekent sinds 1981 uitsluitend zelfportretten, waarin hij de schilderkunstige ‘modes’ uit de kunstgeschiedenis becommentarieert, van impressionisme tot surrealisme. Was zijn schilderwijze in de vroege jaren tachtig veelal expressief en alla prima, in de tweede helft van de jaren tachtig maakte Akkermans losse schildertrant plaats voor een scherper, gestileerder soort realisme, dat doet denken aan de figuratieve portretten van kunstenaars in het Interbellum. In die tijd maakte hij zich ook de methode van oude meesters als Baldung Grien, Dürer en Grünewald eigen; hij begon met het maken van een ontwerptekening en schilderde in tempera. Zijn grootste voorbeeld is Vincent Van Gogh, aan wie hij zelfs brieven schreef. Eind jaren negentig besluit Akkerman om zonder spiegel te gaan werken, wat meer uitgesproken en surrealistische zelfportretten oplevert. Hoewel elk portret een zekere uiterlijke gelijkenis vertoont, stelt hij de schilderkunstige waarde boven de naturalistische waarde.