Geen titel
Vrouwelijke pop in daagse klederdracht (opknappersgoed) aangekleed met een wit linnen hemd met voorsluiting blauw met wit streepje onderbroek met banden, zonder kruis en de pijp over de knie ook met banden. Witte zak, rood baaien wafeltjes onderrok. Zwarte vijfschacht rok, zwart met grijze ingeweven vertikale en horizontale strepen. Schootjak, lange schoot met voorsluiting met haken en ogen. Ruitjes schort, zwart-wit met gat banden, wit linnen. Zwarte gebreide kousen en blank houten klompen. Een stroken muts met 2 voorstroken en geplooide achterstrook met geklost kant. Sluit onder met strik.