Collectie Gelderland

Geen titel

Een koudbeitel is een stalen staaf die aan het uiteinde tweezijdig schuin en afgeplat uitloopt naar de geharde vouw of snede. De vouw is aan beide zijden scherp geslepen onder een hoek van 60 tot 70 graden. Hij is er in lengtes van zo'n 12 tot wel 30 cm, maar langere komen ook voor. De doorsnede van de staaf kan zeskantig, ovaal, rond of afgeplat rond zijn. De koudbeitel wordt gebruikt in combinatie met een moker voor het hakken in steen, beton en slopen van muren en dergelijke. Oorspronkelijk werd hij vooral gebruikt voor het 'koud' hakken van metaal. Op dat gebied zijn er nog steeds toepassingen: het weghakken van bramen en slakken, het doorhakken van een bout, klinknagel of schakel van een ketting, enz. Ook voor hakwerk in plaatstaal wordt de koudbeitel nog steeds toegepast, de vouw van de beitel die men hiervoor gebruikt is dan voorzien van een gebogen snede.