strijkglas. 1e kwartaal 20e eeuw.
Een cirkelvormig stuk massief donker glas met een vlakke en bolle zijde. Deze afgeplatte massief glazen bollen worden ook wel glans-, grittel- of slikstenen genoemd (naar het Noorse woord ‘slikji’= strijken, glad strijken). Met zo’n bol konden stoffen worden glad gestreken, geplet of gepolijst. Het strijkglas, de voorloper van het strijkijzer, werd niet alleen van glas gemaakt, maar kon ook van hout of steen vervaardigd zijn. Vandaar dat ook over ‘strijkstenen’ wordt gesproken. Tot aan de 19e eeuw werden strijkglazen zowel mèt als zonder steel vervaardigd. Deze exemplaren tonen een ‘navel’. Op dit punt is tijdens de fabricage de glasklomp van het pontielijzer (blaaspijp) afgebroken, zonder dat hierop een steel is gezet. Strijkglazen en -stenen werden niet voorverwarmd; de enige warmte die vrijkwam werd veroorzaakt door de wrijving zelf en de lichaamswarmte van de handen. 1e kwartaal 20e eeuw.