Collectie Gelderland

Smeedijzeren geld- en archiefkist, 18e eeuw

Smeedijzeren geld- en archiefkist. Als versiering zijn op de deksel en op de voor- en achterkant ijzeren banden en gestileerde bloemblaadjes aangebracht. Aan de voorkant zit een sleutelgat, waaroverheen als versiering een hart is aangebracht. Alle versieringen zijn via de technieken van het wellen en het klinken op de kist aangebracht. De kist zelf is donkergroen geschilderd, de versieringen en de handvatten aan de zijkant steenrood. Het sleutelgat aan de voorkant is vals. Er zit geen slot achter. Het eigenlijke sleutelgat bevindt zich goed gecamoufleerd achter een z.g. 'overval' een ijzeren plaatje dat weggeschoven moet worden. De 'overval' bij deze kist is het voorste bloemblaadje op het deksel. Wanneer men dit blaadje optilt, komt er een nokje vrij, waarna het blaadje weggedraaid kan worden en het echte sleutelgat vrij komt. Het slot bevindt zich -zoals inmiddels duidelijk is - in het deksel. Het slot heeft vier schoten; twee aan de voorkant van het deksel en één aan elke zijkant. (Een schoot is het uitstekende slotdeel dat de deur of het deksel vergrendelt). De vier schoten grijpen onder een rand bovenin de kist. Door de sleutel te draaien verschuift men een ijzeren staaf, die verbonden is met de vier schoten. De kracht van de veren die de schoten op hun plaats houden, moet overwonnen worden, waarna de schoten onder de rand worden weggetrokken en het deksel open kan. Om te voorkomen dat kwaadwilligen de kist openen door de scharnieren te vernielen, zijn in het deksel aan de achterkant drie dievenklauwen aangebracht. 18e eeuw.