Collectie Gelderland

Sophie Hedwig, gravin van Nassau-Dietz, hertogin van Brunswijk-Wolfenbüttel en haar zonen, voorgesteld als Caritas

Schilder Paulus Moreelse (1571-1638) heeft Sophia Hedwig van Brunswijk-Wolfenbuttel (1592-1642), echtgenote van de Friese stadhouder Ernst Casimir van Nassau-Dietz, in 1621 op ongebruikelijke wijze geportretteerd. Hij gaf haar weer als de verpersoonlijking van de belangrijkste der drie christelijke hoofddeugden, de Caritas ofwel de (Moeder)liefde. De gravin is op dit kniestuk zittend afgebeeld met het gezicht trois-quart naar rechts en gekleed in een rode jas over een wit hemd met mouwen en een blauwe rok en draagt in het haar een juweel, bevestigd aan dubbel parelsnoer, een peervormige parel als oorbel, een dubbel parelsnoer met juweel om hals en drie-dubbel parelsnoer om polsen. Sophia Hedwig is op dit portret omringd door haar drie kinderen Hendrik Casimir I (1612-1640), Willem Frederik (1613-1664), beide gekleed à la romaine, en Maurits (1619-1628) als baby zittend op een kussen, van wie één haar een schaal met vruchten -als teken van vruchtbaarheid- aanreikt. Dit is echter niet het meest in het oog springende detail van het schilderij. Dat is ongetwijfeld de ontblote borst van de gravin, waarin zij bovendien nog knijpt alsof zij een voedende moeder is. Dit beeld versterkt de allegorische boodschap van het schilderij. Paulus Moreelse heeft de voorstelling boven de alledaagse werkelijkheid verheven door de hoofdpersonen in kleurige, Oosters aandoende fantasiekostuums te kleden. Ook de classicistische architectuur op de achtergrond zorgt voor een vervreemdend effect. Opvallend is echter de dubbele moraal die in het schilderij besloten ligt: in de deuropening op de achtergrond is, naast een bonte pauw, de min te zien, de voedster van de jongste telg van het gezin, gekleed naar de mode van de eigen tijd! Moreelse deed zijn inspiratie voor deze allegorie mogelijk op in de kringen van het Boheemse hof in Den Haag, waar Sophia's nicht Elizabeth Stuart, 'de Winterkoningin', een koninklijke hofstijl introduceerde. Hier werden voor het eerst toneelstukken en maskerades opgevoerd, zoals dat aan het Engelse hof onder leiding van Inigo Jones gebeurde en waarvan de klassieke oudheid en het gedroomde Arcadië beurtelings het decor vormden. Moreelse's vrijmoedige portret bleef voorlopig een eenling. Pas kort voor 1630 schiep Gerard van Honthorst een fantasiewereld voor het stadhouderlijk hof, waarin prinsen en prinsessen optraden als herders en herderinnen, helden en godinnen. Dit stuk is ingelijst in een 19de eeuwse, bolle lijst met acanthusblad op gewafeld fond tussen een binnenlijst van gedraaid lint en een buitenrand met gestileerd plompbladdecor, de stijlen en regels gespiegeld. Verworven met steun van de Stichting 't Konings Loo, Apeldoorn.