Collectie Gelderland

Bevrijdingsrok vervaardigd van diverse soorten textiel, 1945

Bevrijdingsrok gemaakt van aan elkaar genaaide lapjes gebloemde, effen en meerkleurige stof. De zoom van de rok bestaat uit donkerrode driehoeken, waarin de data 5 mei 1945 en 1946, 1947 en 1948 zijn geborduurd. Het roknummer 1629 en het logo van de Nationale Feestrok 1945 zijn ook op de rok geborduurd. Voorts is aan de voorkant een wit/oranje lint bevestigd waarop een afbeelding van een fabriek, een molen en een schip en de tekst: we zijn er nog niet..... maar: we komen er wel. De lapjes zijn genaaid op een lichtblauwe onderrok. De bedenkster van de Bevrijdingsrok was de verzetsstrijdster Mies Boissevain-van Lennep (1896-1965 ), die het vrouwenkamp van Ravensbrück heeft overleefd. Zij zocht na de Bevrijding een symbool voor de vrouwelijke kant van de wederopbouw. Het werd de Nationale Feestrok, die iedere vrouw zelf kon maken. De lapjes op de Feestrok waren zoveel mogenlijk "echt" een stukje van het hemd dat een vader of een geliefde in het kamp had aangehad, of een stukje van de jurk die gedragen werd tijdens de hongertocht. Het dragen van zo'n rok kostte sommige vrouwen daarom wel moeite, want het was toch slecht om te feestvieren in zulke beladen lapjes. Als het aan Mies Boissevan had gelegen hadden alle vrouwen en meisjes vanaf 5 Mei op Nationale Feestdagen een kledingstuk gedragen dat was samengesteld uit oude lapjes. Die moesten op zo'n manier op bijvoorbeeld een oude rok worden genaaid dat de ondergrond verdween en er een nieuw kleurrijk geheel ontstond. Alleen de zoom moest altijd uit effen punten bestaan. Daarop moest men allereerst middenvoor 5 Mei 1945 borduren, en vervolgens op de punten de data van de Nationale vieringen waarop de rok zou worden gedragen. Ook zouden er data van persoonlijke herinneringen worden aangebracht.