Collectie Gelderland

Bevrijdingsdoek vervaardigd van diverse soorten textiel, 1945

Bevrijdingsdoek gemaakt van aan elkaar genaaide vierkante lapjes gebloemde, geruite, effen, genopte en meerkleurige stof. De lap is gevoerd met een oranje stof. De lap hoort bij de bevrijdingsrok inventarisnr. 01199. De bedenkster van de Bevrijdingsrok was de verzetsstrijdster Mies Boissevain-van Lennep (1896-1965 ), die het vrouwenkamp van Ravensbrück heeft overleefd. Zei zocht na de Bevrijding een symbool voor de vrouwelijke kant van de wederopbouw. Het werd de Nationale Feestrok, die iedere vrouw zelf kon maken. De lapjes op de Feestrok waren zoveel mogenlijk "echt" een stukje van het hemd dat een vader of een geliefde in het kamp had aangehad, of een stukje van de jurk die gedragen werd tijdens de hongertocht. Het dragen van zo'n rok kostte sommige vrouwen daarom wel moeite, want het was toch slecht om te feestvieren in zulke beladen lapjes. Als het aan Mies Boissevan had gelegen hadden alle vrouwen en meisjes vanaf 5 Mei op Nationale Feestdagen een kledingstuk gedragen dat was samengesteld uit oude lapjes. Die moesten op zo'n manier op bijvoorbeeld een oude rok worden genaaid dat de ondergrond verdween en er een nieuw kleurrijk geheel ontstond. Alleen de zoom moest altijd uit effen punten bestaan. Daarop moest men allereerst middenvoor 5 Mei 1945 borduren, en vervolgens op de punten de data van de Nationale vieringen waarop de rok zou worden gedragen. Ook zouden er data van persoonlijke herinneringen worden aangebracht.