Collectie Gelderland

Replica van een altaar voor Jupiter van ca. 175 na Christus gevonden in 1938 in de Bijland

Replica van een altaar voor Jupiter van ca. 175 na Christus gevonden in 1938 in de Bijland. De originele steen is in 1938 gevonden tijdens het uitbaggeren van de Bijlandse Waard en maakt deel uit van de collectie van Museum Het Valkhof. Tekst in latijn met aanvullingen met daarnaast de vertaling I(ovi) O(ptimo) M(aximo) Voor Jupiter, de Beste, de Hoogste. M(arcus) VAl(erius) CH Marcus Valerius ALCIDIC[VS] Chalcidicus, PRAEF(ectus) C[OH(ortis] commandant van het Tweede Bereden II C(ivium) R(omanorum) EQ(uitatae) P(iae) Cohort Romeinse Burgers, Loyaal en [F(idelis)] Trouw (heeft deze steen laten plaatsen) Langs de Rijn, grensrivier van het Romeinse rijk, lag een keten van forten. Daarvan lag er één in de Bijlandse'Waard, bij de splitsing van Rijn en Waal. De eerstvolgende forten stroomafwaarts, waren het fort bij de Loowaard in de gemeente Duiven en dat in de polder Meinerswijk, tegenover Arnhem. Het fort in de Bijlandse Waard heette 'Carvium', dat bij Arnhem 'Castra Herculis' . Het fort Carvium lag in de Romeinse tijd op de westelijke oever van de Rijn. De bedding van de rivier lag toen verder naar het oosten, ter hoogte van Tolkamer en Lobith en ten noorden van Herwen. Na de Romeinse tijd heeft de rivier zijn bedding in westelijke richting verplaatst en de ruïnes van het fort moeten toen door het water zijn verspoeld. Vanaf 1938 zijn bij het uitbaggeren van De Bijland veel resten van het fort tevoorschijn gekomen: bouwfragmenten van natuursteen en baksteen, vaatwerk van brons, wapens en gereedschap van ijzer en veel scherven van potten. Deze steen, een klein altaar voor het brengen van offers, is opgericht ter ere van Jupiter, de Romeinse oppergod, die in het opschrift ook als zodanig wordt aangeduid. Het altaar is gemaakt in opdracht van Marcus Valerius Chalcidicus, de commandant van de legereenheid, die in het fort was gestationeerd. Op de gedenksteen staat ook de naam van die eenheid: het Tweede Bereden Cohort Romeinse Burgers, Loyaalen Trouw. Een cohort is een kleine eenheid van circa 600 man. Het woord bereden' wil zeggen dat een deel daarvan bestond uit ruiters, zo'n 120 in getal. Bijzonder is dat de eenheid is samengesteld uit Romeinse burgers, want die dienden normaal gesproken in de veel grotere legioenen, die alleen voor hen toegankelijk waren. Mannen zonder burgerrecht konden dienst nemen in de kleinere eenheden van de zogenaamde huþtroepen. De eretitels 'Loyaal en Trouw' dankt het Cohort aan een loyale opstelling jegens keizer Domitianus (81-96) ten tijde van een mislukte opstand van een deel van het leger in het jaar 89. Het altaar is gemaakt in opdracht van de commandant, Valerius Chalcidicus. Het laatste deel van zijn naam wijst op een herkomst uit Griekenland. Hoge officieren in het Romeinse leger waren vrijwel altijd afkomstig uit voorname families. Als twintigers vervulden ze vaak enkele hoge militaire functies, waama een bestuurlijke carrière volgde. Chalcidicus moet rond 175 na Christus de leiding hebben gehad over het cohort in het fort Carvium. Uit een bij Cordoba gevonden inscriptie blijkt dat hij in het jaar 196 de hoge post van procurator vervulde. Als zodanig was hij toen verantwoordelijk voor het financieel beheer en de belastinginning in de provincie Hispania Baetica (Zuid-Spanje). Het altaar kan in het hoofdkwartier van het kamp hebben gestaan, waar in een heilige ruimte ook de vaandels van de eenheid waren opgesteld.