Collectie Gelderland

Zonder titel

Het huis wordt bewoond door een ouder echtpaar. De inrichting maakt een wat gedateerde indruk. De nadruk ligt bij dit kunstwerk vooral op het interieur, waar de bezoeker kijkend door de ramen zicht op krijgt. Het is een beetje loeren om alle details te kunnen zien. Er valt binnen veel te ontdekken, zoals een Mondriaan-schilderij in de slaapkamer en een broodtrommel als douchecabine in het zijvertrek. In het blauwe schijnsel van de gaskachel ontdekken we de gestalte van een fletse man, er zit ongetwijfeld een laagje stof op z’n gebogen schouders. Zijn vrouw ligt, uitgeblust in een mottig nachtgewaad, naast hem op bed tussen de sleetse lakens. Beiden zijn als het ware gedoemd tot verval. Hier is bepaald geen sprake van het ‘Zwitserlevengevoel’. Vanuit het scherp waargenomen detail doet Van Dierendonck uitspraak over het geheel, over de samenleving. Op lichtvoetige wijze brengt hij een nuancering aan op het beeld van ‘actieve vitale senioren’.