Collectie Gelderland

Koninginneschaatsen, 1895–1900

De koninginneschaats is in 1895 ontstaan naar ontwerp van jurist mr. G. Vissering in samenspraak met schaatsenmaker G.S. Ruiter uit Akkrum. De schaats heeft een verlengde hak en is voorzien van koperen voetplaten en brede teen- en hakleren. Hierdoor bood de schaats veel stevigheid, maar behoorde dit model ook duidelijk tot de luxe, en dus dure, schaatsen. Het werd vooral door leden van de gegoede burgerij gekocht. Aanvankelijk heette het model de Vissering-Ruiterschaats. In het houtje van de stapel werd een speciaal merk ingebrand: een schaats met twee lauwertakjes, geflankeerd door een ‘V’ en een ‘R’. Ook dit paar heeft het brandmerk. In 1895 bestelde koningin-moeder Emma deze schaatsen voor haar dochter, prinses Wilhelmina. Nadat Wilhelmina in 1898 koningin werd, werd de naam koninginneschaats geïntroduceerd. De schaats werd aanvankelijk als tocht- en hardrijschaats aangeprezen, maar de bekende hardrijder Marten Kingma uit Grou (1871-1962) vond de schaats te zwaar als wedstrijdschaats. De koninginneschaats is hierdoor vooral als tochtschaats door het leven gegaan.