Collectie Gelderland

Stuiver als noodgeld van Curaçao

Stuiver als noodgeld van Curaçao. De voorzijde toont binnen een parelrand het opschrift: 1 STUIVER. De keerzijde toont binnen een parelrand de drie letters: J.J.N. Aan het eind van de 19e eeuw was er in Curaçao een tekort aan kleingeld. De firma van Jacob Jeosuah Naar was een van de drie firma's die de opdracht kregen van de overheid om kleingeld te produceren. Hoewel er op de munt staat dat het 1 stuiver, en dus 5 cent waard is, was de circulatie waarde van deze noodmunt slechts 2,5 cent.