Collectie Gelderland

Er op of er onder : hoe de Achterhoek en Lijmers de Duitsche bezetting doorstonden en ervan werden bevrijd

Anders dan de titel doet vermoeden gaat het artikel nauwelijks over onderduikers en illegaliteit. Het begin van de oorlog is niet anders dan elders. 8 oktober ’41 is hier de eerste Joodse razzia. ‘Iedereen probeert de Joden te helpen’. Een hooimijt in brand geschoten. Omdat de brandstichter niet wordt gevonden worden enkele Aaltenaren als gijzelaars naar kamp Amersfoort gebracht. Voor de kerst zijn ze terug. Januari ’43: een trein vol Scheveningse evacués wordt opgevangen. Ook steeds meer onderduikers. Bombardementen. Zondag 28 januari ’44 42 onderduikers in de Westerkerk opgepakt. In februari moeten zo’n 100 Duitse vrouwen en kinderen uit het Ruhrgebied worden ondergebracht. Vanaf september worden Duitse militairen ingekwartierd. 13 september: ‘Het dagboek van ellende begint’. 17 september de slag om Arnhem. Als 1000 NSB-evacués moeten worden opgenomen vertrekken burgemeester Monnik en enkele ambtenaren. Het bevolkingsregister is dan verdwenen. NSB´er de Moor, gevlucht uit Zeeland, wordt burgemeester. Oproepen zich te melden voor graafwerkzaamheden rond Zevenaar, het oppakken van gijzelaars, razzia’s huis aan huis, bombardementen, het zijn repeterende beelden. Vaak treffende details, niet altijd helder maar tekenend voor de spannende en angstige tijden, genoteerd door een dagboekenier die het wel en wee van elke dag heel goed volgde. Medio oktober dreigen 12 gijzelaars gefusilleerd te worden als zich geen ´spitters´ melden. Ze melden zich en daarmee zijn in de volgende maanden nieuwe ellendige toestanden ingetreden. Alles wordt de komende maanden erger en heftiger, tot de dag van de bevrijding: Goede Vrijdag 30 maart 1945. Door het hele artikel heen worden de omstandigheden geschetst waaronder er doden zijn gevallen. Aan het eind is afgedrukt een lijst van 82 oorlogsslachtoffers. Een thematische benadering. Eerst de gedode soldaten in de meidagen 1940. Dan de luchtoorlog: 37 keer werd het dorp gebombardeerd. 41 burgers en 38 vliegers kwamen om. De materiële schade was groot; daarvan 4 foto’s tussen blz. 16 en 17. Vervolgens de namen van hen die omgekomen zijn in Duitsland, in concentratiekampen of onder andere omstandigheden. Van de 270 Joden zijn er 35 ondergedoken; 235 zijn er weggevoerd. ‘Tot op heden zijn er 8 teruggekeerd.’ Geen namen. In totaal zijn 320 Winterswijkers door oorlogsgeweld omgekomen. Vijf pagina’s zijn gewijd aan de mensen in het verzet. Hoe moedig ze waren maar ook hoe veel er misging. Na de afkondiging van de spoorwegstaking is alle spoorwegpersoneel verdwenen. Toen ook de ambtenaren van de gemeentesecretarie. Die wilden niet meewerken aan het oproepen van ‘spitters’. Voor die verplichte tewerkstelling werd een paar keer gedreigd met het fusilleren van gijzelaars. Een proclamatie hierover van de NSB-burgemeester Bos werd beantwoord door een circulaire van de predikanten en de RK geestelijkheid, 28 oktober ’44. Ruim 1600 mannen lieten zich registreren. Over het lokale bestuur: burgemeester Kneppelhout was op 6 april ’41 gearresteerd; in ’42 hoorde hij tot de gijzelaars in Sint Michielsgestel. Het optreden van dr. Bos, sinds 17 maart ’42 burgemeester, is in andere publicaties scherper belicht. Over evacués: ongeveer 800 uit Den Haag in begin januari ’43, onder wie hulpbehoevenden en zieken, ‘voor onze ingezetenen, die het troffen, een verschrikkelijke bezoeking.’ Van december ’43 tot augustus ’44 ook ca. 350 ‘Bomben-beschädigten’ uit Duitsland voor wie 100 woningen werden gevorderd. Vanuit Bocholt kwamen de Britse tanks binnen en leverden in Woold hevige strijd. Dat was op 30 maart ’45. De volgende nacht trokken de Duitse troepen het dorp uit. Zaterdag 31 maart was de dag van de bevrijding. GK