Poppenhuis Agnes Maria Clifford

Poppenhuis van Agnes Maria Clifford (1739-1828), ook 'Grootje Backer' genoemd. Zij richtte het poppenhuis in en maakte zelf de tapijten, gordijnen en deed het borduurwerk. In het kleine kabinet zijn drie vertrekken: een grote kraamkamer en daarboven een waszolder en een dienstbodenkamer. Sommige van de poppen en het meubilair zijn uit de 18e, andere uit de 19e eeuw. Dit poppenhuis geeft een vrij volledig beeld van een deftige middenstandswoning in deze periode. Het huis bevat: Interieur van de kraamkamer. Houten poppen uit de 18e eeuw. Kraamvrouw met veertien kledingstukken. Kraamheer met acht kledingstukken (een met kant afgezette satijnen muts, waarmee hij boze geesten afleidde van moeder en kind). Kamermeisje met veertien kledingstukken. Baker met veertien kledingstukken. Baby, hoofdje van was, drie kledingstukken. Toilettafel met bekleding van witte batist waarop: Zilveren borstel, twee zilveren toilettafeldozen (18e eeuw). Ivoren borstel, houten pruikenstandaard, speldenkussentje. Spiegel met vergulde rand; zilveren borstel, zilveren tang (18e eeuw). Schouw met stenen openhaard, twee zilveren wandarmen (aan schoorsteen), boven de schouw een schilderijtje met daaronder een spiegel. Houten blaasbalg met koper beslag. Bakermat van pitriet met matrasje geel/blauw. Wiegje van pitriet met matrasje, kussens en bekleding in blauw/geel. Vuurmandje van pitriet met bekleding in blauw/geel. Hemelbed van hout met bekleding in blauw/geel en diverse onderdelen beddengoed, 8 stuks. Gordijn van blauwe zijde en witte batist. Vloerkleed geborduurd van wol en zijde op linnen, met bloemen. Op het kleed staat de datum 1805, de initialen AMC en 66 (Agnes Maria Clifford, leeftijd 66 jaar). Zilveren kaarsenkroon met zes armen, zilveren beddepan, zilveren mangelbak (gemerkt Amsterdam) met linnen. Houten standaard met zilveren kom, met zilveren lepel, alle 18e eeuw. Drie stoelen met blauwe bekleding (zelfde als bij de bovenetage), houten bureau. Koperen stoof en koperen blik. Ivoren stoffer, houten kinderstoel met rieten bekleding. Ronde houten tafel met koper ingelegd op driepoot waarop roodleren bijbeltje met zilverbeslag, 1750. Blauw en zwart flesje, glas, houten kluwen bakje, comfoortje met steel. De kleerzolder is herkenbaar aan het rek met kleerstokken dat aan de dakconstructie is opgehangen. Interieur: Wasvrouw, houten pop uit de 18e eeuw. Vloerkleed wol op linnen met ruiten. Mangelbak met stukjes opgevouwen linnen. Linnen voor op het wasrek, veertien stuks. Twee rieten manden (één als mangelbak, één kleine ronde). Houten mangel, linnenpers. Houten mangelbak met loden gewichten, tafel met ronde stok. Twee houten kuipjes, koperen strijkijzer met treef. Twee houten stoven, muizenval van hout, zeven rieten mandjes. Twee houten stoelen met rieten zitting, drie stoelen met blauwe bekleding (zelfde als bij de kraamkamer). Twee metalen stoeltjes, metalen tafeltje, houten bankje, spiegel, twee flesjes. Interieur van de meidenkamer: Vrouwenpop met houten lijfje en hoofd en handen van was. Bedstee van grijs hout met bruine bekleding, matras en deken. Toilettafel, wit damast met bruin katoen. Spinnewiel. Depot: Zilveren ligbed. Twee stoelen met rieten zitting, laktafeltje, spiegel, kast en kachel, paars souvenir flesje, ivoren en bruin mandje. Behang blauw met witte stippen.