Collectie Gelderland

bodebus van zilver H.Kusters 1e Directeur der afdeling Aartsbroederschap Zaltbommel tweede helft 19e eeuw Geschiedenis Het insigne is al in de Middeleeuwen ontstaan. Het recht om brieven te vervoeren is vanouds een recht van de vorst. De vorst maakt zelf geen gebruik van dit recht, maar verleent steden het privilege boden te benoemen. Stadsbesturen stellen een ‘stadsbode’ aan, die een officiële status heeft. Om die status kenbaar te maken, draagt hij een schildvormig insigne met een afbeelding van het stadswapen. Dit kenteken wordt bodebus genoemd. Oorspronkelijk is het een kleine platte metalen tas (of ronde koker) waarin klein opgevouwen (of opgerolde) perkamenten brieven worden vervoerd. Op de tas bevindt zich het insigne; het wapen van de afzender. Door de toename van de hoeveelheid papieren worden de documenten gaandeweg in een leren tas vervoerd en raakt de bodebus in onbruik. De bodebus blijft voortbestaan als insigne. Aan de hand van de bodebus is een bode dus herkenbaar. In vroeger tijden gaf het tonen van de bodebus zelfs recht op gratis ‘openbaar vervoer’, zoals het gebruik van de veerpont, trekschuit of diligence.

bodebus van zilver, in een gekroonde krans zit een medaille met inscriptie; aan de voorkant omschrift: H.Kusters 1e Directeur der afdeling Zaltbommel, *aartsbroederschap van de H familie -Jesus-Marie-Joseph* ; in het midden een wolk doorboord met drie pijlen geflankeerd door vier lelies; in het midden MHJop de H een kruis; daaronder drie hartvormige vruchten in een stralenkrans, de linker vrucht is doorboord door een zwaard. Aan de achterkant: Omschrift: Wij nemen alle onze toevlugt tot H familie patrones en beschermster van onze broederschap. In het midden in een stralenkrans een op vliegende duif, daar onder Maria Jesus en Joseph. Met ophangoog en ketting, zilvermerk.