Collectie Gelderland

Kan van brons uit de midden-Romeinse tijd

Kan van brons met een smalle hals met een horizontaal uitgebogen rand met omgeklapte en lip die aan de buitenzijde versierd is met ingegraveerde hangende bogen. Aan deze lip is het versierde handvat bevestigd. Bovenaan eindigt het handvat in een krullend blad (een voluut) uitmondend in vogelkoppen die aan weerszijden de mond van de kan omvatten. De middelste krul dient tot duimsteun. Het handvat is door ribbels en een ovoloversiering verdeeld; ertussen is vrouwenhoofd en profile afgebeeld en een minder duidelijke palmet. De bevestigingsplaat van het handvat is plat en ovaal met daarop, in reliëf, een satyrkop met puntoren, baard en uitwapperende haren die gedeeltelijk gegraveerd zijn, eindigend in een palmet. Op de kan zijn de resten van een konisch gevormd bronzen deksel aangetroffen (niet bewaard gebleven). De kan is van het type Radnóti 77 en is zeer waarschijnlijk geproduceerd in een Gallisch atelier en dateert in het laatste kwart van de 1e eeuw of begin van de 2e eeuw. Hij is aan het eind van de 19e eeuw gevonden tijdens de sloop van het bastion Pesthuis, in de buurt van de Kronenburgsingel in Nijmegen.