Collectie Gelderland

Les grandes vacances ou le Prisonnier 2

Het werk van Jean Le Gac draait om de al vaak besproken ‘dood van de schilderkunst’. Het bijzondere is dat de kunstenaar dit onafwendbare einde al schilderend en tekenend aan de orde stelt, waardoor hij de veerkracht van de schilderkunst juist aantoont. Hij is er niet bang voor bij zijn artistieke onderzoek de fotografie te gebruiken, terwijl dit medium de schilderkunst nog het meest bedreigt. De foto laat via de titel van een van de boeken weten, dat de kunstenaar zo hij niet verdwenen is, dan toch vermist wordt: ‘le peintre a disparu’. Wellicht is de schilder zelfs gedetineerd, omdat hij in zijn volharding om zijn geliefde metier te blijven beoefenen, de grens van het aanvaardbare heeft overschreden. Jean Le Gac, of hij nu met vakantie is of in de gevangenis zit, vraagt om boeken, om kleuren en om schilderkunst. Een droomachtige sfeer wordt opgeroepen, illustraties en herinneringen uit jeugdboeken. Het zijn de helden van weleer die op de jonge Jean diepe indruk hebben gemaakt. Zijn de schilders net als de trotse indianen de Laatsten der Mohicanen?