Aalten, 1943, Akte van aangifte van de joodse 'vondeling' Willem Herfstink

Door de plaatselijke huisarts dokter Der Weduwen wordt in de nacht van 20 op 21 september 1943 een joodse baby 'te vondeling' gelegd op de stoep van het woonhuis van de familie Wikkerink aan de Patrimoniumstraat in Aalten. Hoewel het een uur na middernacht is, zit het echtpaar op dit moment te wachten. Tegenover de buitenwereld wordt gespeeld dat de baby daadwerkelijk te vondeling is gelegd. Op de foto de akte waarin aangifte wordt gedaan van de ‘vondeling’ Willem Herfstink. Willem verwijst naar koningin Wilhelmina en Herfstink naar de 1e herfstdag van 1943. Omdat zich om één uur slechts enkele personen zoals artsen op straat mogen bevinden, wordt als tijdstip vier uur opgegeven waarop de baby gevonden is. Vanaf dat moment mag iedereen zich vrij bewegen. Daarmee wordt het onderzoek naar zijn herkomst aanzienlijk bemoeilijkt. Zijn ouders, J. Jedwab -voorganger van de Joodse gemeente in Aalten- en zijn vrouw L. Jedwab-Kropveld, zitten ondergedoken in Lintelo. Na de oorlog wordt Willem herenigd met zijn ouders en opnieuw geregistreerd. Hij krijgt de namen Aron Jan Willem.