Collectie Gelderland

ENKA/AKU/AKZO

De ENKA-bussen zijn versierd ter gelegenheid van de 50ste verjaardag van koningin Wilhelmina. Het personeel werd toen gehaald en thuisgebracht met de autobussen van de N.V. E.V.A.(Exploitatie Van Autobussen), een aparte ENKA N.V. De bussen gingen verder dan de omgeving van Ede, zoals men op enkele bussen ziet staan . O.a. Huissen, Tiel, Soest, Rheden en Apeldoorn. Deze laatste bus werd later aan de Edese Brandweer overgedaan. De chauffeurs, meestal uit die plaatsen afkomstig, lieten als ze zelf na de dienst thuiskwamen, de bus bij huis staan. De ENKA had ook een apart perron t.b.v. het ENKA-personeel. In de beginfase liep er een forensentrein tussen Utrecht en Ede-SS, maar deze werd al spoedig opgeheven. Een andere personeelstrein liep van Nijmegen via Arnhem naar Ede. Deze trein bleef de gehele dag bij het bedrijf staan tot er in de middag een locomotief uit Arnhem kwam voor de terugweg. In 1922 werd in Ede de Nederlandse Kunstzijdefabriek geopend. De uitspraak van de letters NK leverde de afkorting ENKA op. Rond 1928 was de ENKA de grootste fabriek in Nederland. In 1929 wijzigde de naam in Algemene Kunstzijde Unie (AKU) na samengaan met het Duitse Kunstvezelbedrijf VGF. In 1969 fuseerde AKU met Koninklijke Zout Organon tot het AKZO concern. In 2002 werd de fabriek in Ede stilgelegd. In de volksmond bleef men meestal over ENKA praten