Collectie Gelderland

Aalten in bezettingstijd

Een deel van het 16de Grensbataljon maakt hier de barre winter van ‘39/’40 door. Versperringen bij de bruggen in het grensgebied worden per 5 april 1940 weggenomen. De IJssellinie is de verdedigingslijn. Op 9 mei worden aan de grens nog van gemeentewege rioolbuizen geplaatst en zware bomen neergelegd. Er is geen houden aan. Laat in de middag van 10 mei keren gevechtsauto’s terug van de IJssellinie. ‘Men zegt: daar zijn de Engelschen.’ Na een paar dagen is de realiteit dat Nederland bezet gebied is. Op 10 juni komt een trein met 500 Nederlandse soldaten het station binnenstomen. Het zijn vrijgelaten krijgsgevangenen. Ze worden in het Feestgebouw feestelijk ontvangen en reizen verder door naar huis. Zes dagen later werd weer zo’n grote groep onthaald. Bij de Statenverkiezingen had de NSB in Aalten niet meer dan 2% gehaald, maar in Bredevoort 12,5 %. In de eerste oorlogsjaren melden zich wel nieuwe leden of sympathiserende leden aan bij de Beweging. Maar het loopt nooit storm. De luchtbeschermingsdienst gaat uitleg geven van de te nemen maatregelen bij luchtgevaar. Vrijwilligers als luchtwacht worden vanaf november 1940 betaalde krachten. Als bij de NSB’er Bulsink op Nonhof in oktober 1941 een korenmijt in brand is gestoken worden acht mannen als gijzelaars weggevoerd naar uiteindelijk het strafkamp in Amersfoort. Zij komen na twee maanden terug. De dader is nooit gevonden. Augustus ’41, allerlei metalen moeten ingeleverd worden: opbrengst 1200 kg (in Winterswijk 5400 kg!). 1942. Het eerste slachtoffer van een luchtaanval is Geertrui van Triet, een Rotterdams meisje die hier voor haar gezondheid bij een familie logeert, 8/9 maart. In mei wordt voor de Joden het dragen van de Davidsster verplicht. Op 29 augustus wordt de gemeenteraad ontbonden. 1943. Alle kerkklokken worden gevorderd om versmolten te worden, febr. Op 9 april worden hier Joden per trein afgevoerd, hun ondergang tegemoet. Eind april moeten ex-krijgsgevangenen zich weer melden. Dat leidt tot stakingen. Ook in Aalten wordt het werk neergelegd; op de gasfabriek, de gemeentewerken, bij Driessen Textiel, bij ATF en bij Dutch Button Works. Het standrecht wordt afgekondigd, de situatie is zeer gespannen. Er vallen geen doden. Het aantal onderduikers loopt sterk op, de dreiging van een klopjacht hangt alsmaar in de lucht. De eerste maanden van ’43 brachten de vele vluchten van de luchtarmada’s met daartegenin de hardnekkige luchtafweer grote consternatie. Uit het rapportenboek van de gemeentelijke luchtbeschermingsdienst zijn op de avond van 26 maart 18 meldingen genoteerd van waarnemingen van vliegtuigen en van branden. Al een half jaar tevoren waren circa 1000 Scheveningse evacués aangekondigd: op 12 januari werden 350 Scheveningers, met een extra trein hier gearriveerd, gastvrij opgenomen. 1944. Razzia’s: -door 200 Duitse soldaten om een Amerikaanse piloot te pakken; niet gelukt. -30 januari overval op Westerkerk en Chr. Geref. Kerk; 48 jonge mannen gepakt. -16 februari door ‘zwarten’ uit Winterswijk; drie onderduikers gepakt. -5/6 augustus in Dale; een onderduiker gepakt. In februari worden huizen gevorderd voor Duitse gezinnen. Eind augustus vertrekken ze weer. Op 7 maart een sabotagedaad: acht telefoonkabels doorgesneden waardoor een radio-peilstation aan de Ringweg om vliegtuigen te traceren onklaar raakt; enige tijd een kabelwacht ingesteld. Er worden massaal roggebroden naar het westen verzonden; in augustus zijn dat er 3200, van 4 of 6 pond. Vanaf Dolle Dinsdag 5 september strijken hier veel NSB’ers en Duitsers neer. Vanaf 13 september begint de narigheid rond de oproepen om in Zevenaar graafwerkzaamheden te doen. De volgende dag zijn de burgemeester en alle ambtenaren van de gemeentesecretarie op één na verdwenen met medenemen, blijkt weldra, van het bevolkingsregister. Twee dagen later wordt de NSB’er De Moor tot burgemeester aangesteld. 17 September luchtlandingen bij Arnhem en afkondiging spoorwegstaking. Zondag 1 oktober doorzoeken 50 Berlijnse SS’ers het dorp en voeren dwangarbeiders af naar Zevenaar. De arrestatie van Jan Wikkerink en een paar uur later zijn bevrijding door een knokploeg, het vastzetten van 12 gijzelaars, het schrijven van predikanten en geestelijken, de honderden die dan alsnog zich melden voor Zevenaar, ook nog de oproep om te graven in de buurt van Bocholt onder gijzeling van nog eens 7 personen, de boodschap van 31 ondertekenaars aan de thuisblijvers om zich op te geven voor aflossing, deze momenten lenen zich niet voor een samenvatting. Wonder boven wonder zijn er in 1944 geen slachtoffers van de luchtoorlog te betreuren. 1945. In de laatste drie maanden vallen verreweg de meeste slachtoffers van het oorlogsgeweld. Op zondag 28 januari komt bij een voltreffer op de RK Kerk de pastoor om, op 8 februari vallen tien doden door bommen in ‘t Grevink. Zaterdag 24 maart: het dorp Aalten wordt gebombardeerd; dit wordt de dag van de meeste doden (negentien) en van de ernstigste vernielingen bij één bombardement. Het gevolg was wel dat de Duitsers wegtrekken. Op Goede Vrijdag 30 maart komen de Engelse bevrijdingstroepen vanuit Duitsland Aalten binnen. Hier en daar wordt nog gevochten. Tien geallieerde militairen sneuvelen bij de bevrijding. Een bomaanval in Barlo op die dag kost nog weer zeven mensenlevens. De oorlog is voorbij. Toegevoegd zijn minibiografieën van omgekomen verzetsmensen. De korte schetsen over bepaalde facetten van het verzet zijn meer heroïsch dan informatief. De lijst van omgekomenen is iets breder genomen dan in Er op of er onder. GK